Welke fouten maakt u in het gebruik van de Engelse taal?
Steenkolenengels, zoals ‘Make that the cat wise’ of ‘You should never look a given horse in the back’, hoor je Nederlanders niet vaak spreken. Over het algemeen beheersen wij het Engels goed. Kinderen krijgen al op jonge leeftijd Engelse les. Ook worden we veel met de taal geconfronteerd via de televisie, sociale media en games. Maar, er worden ook fouten gemaakt. Sommige zitten er echt ingebakken. Hieronder een overzicht van 5 veel gemaakte fouten. Neem ze in u op, dan maakt u deze fouten in ieder geval niet meer!
Foute Engelse zinnen en zinsconstructies
Men gaat vaak al de mist in bij de eerste ontmoeting wanneer men vraagt:
‘How do you do?’ en u als antwoord geeft: ‘I do fine’.
Als een Engelsman dit vraagt is dit hetzelfde als wij ‘aangenaam kennis te maken‘ zeggen. Men verwacht dus niet echt een antwoord op de vraag. Als antwoord geeft u dan: ‘Pleased to meet you’.
Nog een voorbeeld: u vraagt aan uw Engelse zakenpartner: ‘Woont u al lang in Nederland’? Waarop hij antwoordt: “I have lived here for 6 years’.
Vraag dan niet ‘waar woont u nu dan?‘ Een typische fout die Nederlanders in het Engels maken. Door het ‘have lived’ wordt gedacht dat men er niet meer woont (heb gewoond).
Verkeerde woordkeuze:
- ‘We had a talk under four eyes’.
Moet zijn: ‘We had a talk face to face’. - ‘He is making photographs of our department’.
Dit moet zijn: ‘taking’. - ‘I must check my agenda’
U kunt beter de woorden, diary, schedule of calendar gebruiken. - ‘We speak very good English’.
‘We speak English very well’.
Gebruik present continuous (de ing-vorm) in plaats van de simple present
Nederlanders halen het gebruik van de present continuous (ing) in de war met dat van de simple present. Een voorbeeld: ‘’I am working for Apple and I am living in Amsterdam.” De present continuous gebruik je alleen bij acties die op het moment van spreken plaatsvinden of rondom het moment, bij plannen in de nabije toekomst en tijdelijke acties. In deze zin moet het dus de simple present zijn: “I work for Apple and I live in Amsterdam.”
Woorden die hetzelfde klinken, maar een andere betekenis hebben (valse vrienden):
than – then
than gebruik je alleen in vergelijkingen.
My house is bigger than yours. – Mijn huis is groter dan dat van jou.
then = dan, toen
Then she said: ‘Really.’ – Toen zei zij: ‘Echt?’
where – were – we’re
where = het vragend voornaamwoord waar
Where is she? – Waar is zij?
were – verleden tijd van het werkwoord to be (zijn), was of waren
They were not ready yet. – Ze waren nog niet klaar.
we’re = verkorte vorm van we are, wij zijn
We’re very happy. – We zijn heel blij.
Voorzetsels
Ook voorzetsels zorgen voor lastige situaties. Zo moet er achter de combinatie to look forward to (werkwoord met vast voorzetsel) altijd een -ing-vorm van het werkwoord.
Dus niet: we look forward to hear from you X
Maar: we look forward to hearing from you ✔
Onze trainers helpen u verder met de taal en cultuur
Wilt u uw Engels professioneel verbeteren? Onze trainers helpen u graag verder, zowel met het leren van de taal als met het bijbrengen van kennis van de cultuur. Bel gerust voor meer informatie over onze taaltraining Engels, tel +31 20 609 79 70.