Nederlands als tweede taal is nuttig
Interview met schrijver en expatkind Simon Kuper
Simon Kuper is geboren in Oeganda en woonde in zijn kinderjaren in Nederland. Hij woonde ook in Jamaica, Zweden, Californië, Berlijn en Londen. Sinds enige jaren woont hij met zijn Amerikaanse vrouw en kinderen in Parijs. Als kind leerde hij Nederlands als tweede taal. Daar heb je nu vrij weinig aan zou je denken. Maar verrassend genoeg beschouwt Kuper onze taal nog steeds als nuttig.
“Laatst werd ik vijftig, het moment om terug te kijken. Eén conclusie: mijn relatief korte aanraking met Nederland en het Nederlands heeft mijn leven meer verrijkt dan ik ooit had kunnen vermoeden. Jullie land heeft mij permanent veranderd”.
“Samen met mijn Brits-Zuid-Afrikaanse ouders kwam ik in 1976 naar Nederland. Mijn vader, antropoloog, kreeg in 1976 een aanstelling in Leiden. Hoewel bijna alle Britse kinderen in de Leidse regio de British School in the Netherlands bezochten, gingen mijn ouders voor mij op zoek naar een Nederlandse school. De eerste weken viel ik regelmatig in slaap, doordat ik de onderwijzeres niet verstond. Maar na een paar maanden verstond ik haar wel. Ik deed het normale schoolwerk, en heb tot en met 5 vwo op Nederlandse scholen gezeten. Het Nederlands is me al volwassene ontzettend van pas gekomen”.
“Het spreken van een kleine taal blijkt een groot voordeel, juist doordat zo weinig andere buitenlanders die spreken. Als Engelstalige journalist heb ik bijna een monopolie op Nederlandse thema’s, van Frenkie de Jong tot fietspaden. Er zijn amper nog buitenlandse correspondenten in Nederland, dus als ik een verhaal wil oppikken, kan ik op mijn kantoortje hier in Parijs de Nederlandse media lezen en Nederlandse boeken bestellen, en weet ik wie ik in Nederland moet bellen”.
“Ik heb bovendien geleerd dat als je Nederlanders in het Nederlands spreekt, je intiemere, eerlijkere gesprekken krijgt dan in het Engels. Ze vertrouwen je sneller, ze kunnen zich genuanceerder uiten, ze weten dat jij hun land een beetje kent, en dus begint het gesprek op een dieper niveau en graaft het vervolgens nog dieper”.
“Het spreken van de taal geeft je daarmee een extra zakelijk netwerk. Op internationale conferenties raak ik makkelijker met Nederlanders aan de praat, en ze denken algauw: hij is een van ons. Zo kun je een vertrouwensrelatie opbouwen. Ik heb de laatste jaren vaak geschreven over de brexitstrategie van de EU, en veel van mijn beste informatie kwam van Nederlandse diplomaten en politici”.
“Bovendien schrijf ik in het Nederlands. Ik schrijf de taal zonder finesse, met een kleinere woordenschat dan in het Engels. Daarom houd ik het simpel en verlies ik aan nuance, maar ik kan wel mijn boodschap kwijt. Het leren van de taal in die paar maanden in 1977 is dus een blijvend carrièrevoordeel geworden”.
“Mijn Nederlandse jaren hebben ook mijn politieke ideologie gevormd. Ik zie Nederland nog steeds als een ideale maatschappij. Ik heb zelf gezien en meegemaakt dat een land tegelijkertijd rijk, efficiënt én redelijk eerlijk kan zijn. Maar ik ben Nederland vooral dankbaar voor de vriendschappen. Nog steeds zijn de meeste van mijn naaste vrienden Nederlanders, inclusief mensen die ik pas jaren na mijn vertrek heb ontmoet”.
“Ik zal me nooit Nederlander voelen, maar deze ex-allochtoon zal zich voor altijd met jullie verbonden voelen”.
Bron: FD Magazine, februari 2020
Onze trainers helpen u verder met de taal en cultuur
Wilt u uw Nederlands (als tweede taal) verbeteren? Onze trainers helpen u graag verder, zowel met het leren van de taal als met het bijbrengen van kennis van onze cultuur. Bel gerust voor meer informatie over onze taaltraining Nederlands, tel +31 20 609 79 70.