Is het hebben het nieuwe zijn?
Column van Peter-Arno Coppen
Ik stond met de fiets voor het stoplicht naast een vader met zijn zoontje. Het werd groen, de vader reageerde niet meteen, en het zoontje zei: ‘We hebben groen, pap’. Hij had ook kunnen zeggen ‘Het is groen, pap’, maar hij koos voor de formulering met hebben. Betekent dat dan hetzelfde?
Wat heb je precies als je groen hebt? Er gebeurt iets of er is iets aan de hand, en dat behoort op de een of andere manier tot de situatie die je op dat moment ‘bezit’. Zo kun je ook zeggen ‘We hebben regen’ of ‘Je hebt weleens dat alles mis gaat’. Is hebben het nieuwe zijn?
Bij nader inzien bestaat het zogeheten ‘existentiële’ gebruik van hebben (waarbij alleen het bestaan van iets uitgesproken wordt) al eeuwenlang. Zelfs onze gewone voltooide tijd is ontstaan uit dat gebruik. De zin ‘Zij heeft een boek gelezen’ werd oorspronkelijk gezien als de uitspraak dat de situatie dat het boek gelezen is met haar geassocieerd werd.
Een halve eeuw geleden woedde er een discussie in de taalkunde over woordgroepen als ‘met een kind op schoot’. Was dat nu afkomstig van een onderliggende zin ‘Er is een kind op schoot’ of ‘Iemand heeft een kind op schoot’? Bij ‘met een kind op schoot’ zou je zeggen het laatste, maar hoe zit dat dan bij ‘met voetbal op de tv’? Dat is toch eigenlijk alleen maar dat er voetbal op de tv is?
Maar misschien zijn het dus gewoon twee kanten van dezelfde medaille. De zijn-betekenis is in feite dezelfde als de hebben-betekenis, alleen wordt in het geval van ‘hebben’ als het ware het eigenaarschap van een situatie bij een of meer personen gelegd.
Er is altijd iemand die heeft wat er is.
Bron: Trouw, vrijdag 13 december 2019
Onze trainers zijn expert in grammatica
De grammatica van de Nederlandse taal is ingewikkeld. European Language Centre heeft goede trainers Nederlands die u kunnen helpen met alle regels en uitzonderingen. Bel gerust voor meer informatie over onze taaltrainingen,
tel +31 20 609 79 70.